23 juni

Een wei die in Juni niets geeft, is niet waard dat ze leeft. 2. Natte zomers, de klavers komen. Maandspreuken juni: 3. Oh, mijn liefde is als een rode, rode roos die pas in juni is ontsprongen. 4. Het is juni. Ik ben het zat om dapper te zijn. 5. Een verkoudheid in het hoofd… Lees verder 23 juni

22 juni

Juni, zesde maand van het jaar, al het groensel groeit te gaar. 2. Mei koel en juni nat, is voor de oogst een ware schat. Maandspreuken juni: 3. Juni komt binnen met rozen in haar hand, maar heel vaak, met een dikke sjaal om haar schouders en een flinke verkoudheid in haar hoofd. 4. Juni… Lees verder 22 juni

21 juni

Juniweer, decemberweer. 2. Voor de langste dag, dan neemt de zee, na de langste dag, dan geeft de zee. Maandspreuken juni: 3. De brandende zon om uit te rusten. De kalmte van duizend zomers en dromen van ontelbare juni’s keren terug als de meerwind door de gouden middagen van augustus ruist. 4. Het helderste licht,… Lees verder 21 juni

20 juni

In Juni weinig regen, voorspelt een grote zegen. 2. Wie nu zijn vel niet brandt, staat straks als een bleekscheet op het strand. Maandspreuken juni: 3. Het leven speelt zich af op het strand. Het enige wat u hoeft te doen is in juni uw golf te vinden. 4. Een zwerm bijen in mei is… Lees verder 20 juni

19 juni

Is de lucht ’s nachts opgeklaard, mogelijk zich nog nachtvorst openbaart. 2. Komt in mei en juni veel onweer opdraven, dan is dat goed voor de klaver. Maandspreuken juni: 3. Hallo juni! Wees een maand van vrede en liefde. 4. Ik heb mijn wanhoopsmomenten gehad. Dat was het zeker niet. Het is geen ervaring die… Lees verder 19 juni

18 juni

Is de zomeravond mistig, dan is het weer met gaven kwistig. 2. Juni regen geeft veel zegen, maar met een bijtje erbij, en het zonnetje er boven, doet de boer de Here loven. Maanspreuken juni: 3 Wijn en kaas zijn tijdloze metgezellen, zoals aspirine en pijntjes, of juni en maan, of goede mensen en nobele… Lees verder 18 juni

17 juni

Gaat Juni goed voorbij, dan is men in juli nog blij. 2. Vliegen de vleermuizen ’s avonds rond, dan komt er mooi weer in de vroege stond. Maandspreuken: 3. Een gedicht lezen in januari is net zo heerlijk als een wandeling maken in juni. 4. Hallo juni! Nu worden de dagen heter en de nachten… Lees verder 17 juni

16 juni

Een boon in Juni geplant, geeft vijftig in een hand. 2. In juni koude en een regenvlaag, ziet het boerse niet zo graag.   Maandspreuken: 3. Dit is voor juni en alle verdere zomers. Voor het luiden van de kerkklokken die huwelijksliederen zingen met hoge hoeden en kant. 4. Manen en juni’s en reuzenraden, de… Lees verder 16 juni

15 juni

1. Boeren maaien hun grasjes, stedelingen pakken hun terrasjes. 2. Regen met Sint Veith (15 juni), regen zes weken in een tijd. 3. Sint Vitus (15 juni) heeft de langste dag, Sint Lucia (13 december) doet hem na met de langste nacht. (Deze spreuk stamt van omstreeks het jaar 1000 van de Juliaanse kalender, toen… Lees verder 15 juni

14 juni

Zo heet het is in Juni, zo koud het is in december. 2. Met een zomerwervelwind, is het weer ons goed gezind. 3. Staat op Sint Basiel (14 juni) het koren schoon, de boer geeft zijn land nog voor geen kroon. Maandspreuken: 4. Wat is het raar om wakker te worden op een melkwitte, bewolkte… Lees verder 14 juni