1 mei

Als St. Philippus (1 mei)  regent, is de oogst gezegend. 2. Philippus ( 1 mei) en Jacobus (1 mei), portieren van de mei, draagt zorg voor onze wei. 3. Maartse wind en aprilse regen, beloven voor mei de grootste zegen. 4. Is april mooi, dan zal mei niet deugen. Maandspreuken mei: 5. Je dromen komen… Lees verder 1 mei

30 april

Het groen des velds het oog bekoort doch zelden houdt april haar woord. 2. Hebben wolken rode randen, altijd is er wind en nats voorhanden. 3. Met St. Katrien (30 april) opgenomen, heeft wortel geschoten. 4. Mocht het dauwen in april en mei, dan is de boer in september blij. Maandspreuken april: 5. Zoete apriltranen,… Lees verder 30 april

29 april

Wil April niet vertrouwen, hij is en blijft de ouwe, nu lacht hij met zonnegloren, dan gooit hij met hagelstenen om de oren. 2. Als het in april regent, is maart voorbij. 3. Als april lacht, boerke wees voor uw oogst bedacht. 4. April vult vele zolders, dankzij de vele donders. Maandspreuken april: 5. April… Lees verder 29 april

28 april

Als ’t in April regenen wil, blijven de boeren niet stil. 2. Als het vriest op St. Vitaal (28 april), vriest het nog veertig maal. 3. Als het vriest op St. Vital, een natte zomer volgen zal. Maandspreuken april: 4. Duik zonder angst in het diepe, met de vreugde van april in je hart. 5.… Lees verder 28 april

27 april

Aprilse regen, boerenregen. 2. Is April schoon en rein, dan zak de Mei wilder zijn. Maandspreuken april: 3. April is de wreedste maand, seringen uit het dode land kweken, herinnering en verlangen vermengen, doffe wortels opwekken met lenteregen. 4. De aprilwinden zijn magisch en brengen onze melodieuze frames in vervoering. De tuinwandelingen zijn hartstochtelijk voor… Lees verder 27 april

26 april

Dauw in april en mei, maken een goede augustus en september. 2. Als de R is in de maand, is het weer niet altijd meegaand. 3. Het mag vroeg of laat zijn, april wil kwaad zijn. Maandspreuken april: 4. Lange stormachtige lente, nat controversieel april, koude winter in mei; maar uiteindelijk komt het seizoen van… Lees verder 26 april

25 april

St. Merc (25 april), lang en sterk. 2. St. Marcus (25 april) nat en koud, zo opent ook het Heilig Hout (kruisdagen). 3. St. Merc (25 april), plant uw bonen en ga naar de kerk. 4. Als de vors/puit (kikker) voor Marcus (25 april) kwaakt, blijft hij later niet bespraakt.          … Lees verder 25 april

24 april

Als het vriest op St. Fideel (24 april), vriest het nog veertig maal. 2. Aprilzonne, doet water in de tonne. 3. April met ruw weer in zijn stoet, geeft koren en wijn in overvloed. 4. Het zaterdagse weer op noen, is op de zondag heel te dag te doen. Maandspreuken april: 5. Sneeuw in april… Lees verder 24 april

23 april

St. Joris (23 april) die de draak overwon, houdt meer van regen dan van zon. 2. St. Joris (23 april) warm en schoon, heeft ruw en nat tot loon. 3. Valt er vóór St. Joris (23 april) geen regen meer, dan komt er na hem des te meer. 4. St. Joris (23 april) guur en… Lees verder 23 april

22 april

Roze bloeit de appelboom en wit de peer, dat is heel gewoon. 2. In april heldere maneschijn, zal voor de bloesems schadelijk zijn. 3. Om voorjaarsmoeheid te bestrijden, neem dan kruiden van veld en weiden. 4. De donder op de blote doren (doorn), de melkkruik verloren. Maandspreuken april: 5. Maar het is een soort april-weer… Lees verder 22 april