15 november

Als de bijen hun vluchtgat goed afsluiten, zal dat een koude winter beduiden. 2. Leopoldus (15 november) die goed weder vindt, blijft dat dagen goed gezind. 3. Zwaait de winter in november al met zijn staf, zijn rijk vindt snel zijn graf. Maandspreuken november: 4. November is de maand om ons eraan te herinneren dankbaar… Lees verder 15 november

14 november

Steekt er sterk de muggen, valt er vast en vlugge, regen op uw brugge. 2. Draagt de haas lang zijn zomerkleed, is de winter nog niet gereed. 3. Als de bomen voor de tweede keer bloeien, gaat de winter zich met ons tot mei bemoeien. Maandspreuken november: 4. In november staan de bomen allemaal met… Lees verder 14 november

13 november

Koe steert in de lucht, onweer in de lucht. 2. November warm en fijn, dan zal het een harde winter zijn. 3. Als in november ’t water stijgt, weet dat ge ’t in de winter nog vaker krijgt. Maandspreuken november: 4. April heeft nooit veel voor mij betekend, de herfst lijkt het beginseizoen, de lente.… Lees verder 13 november

12 november

Schijnt de herfstzon met zomerkracht, maakt veelal de winter zacht. 2. Het zal gaan druipen als de regenwormen kruipen. 3. Kruipen de muizen diep in de grond, maken zij een strenge winter kond. 4. St. Lieven (12 november) komt ons met vorst gerieven. Maandspreuken november: 5. De rivier ligt deze middag in november in een… Lees verder 12 november

11 november

Zo het loof niet valt voor St. Martijn (11 november), zo zal’t een harde winter zijn. 2. St. Martinus (11 november) warmte en regen, brengt het zaad geen grote zegen. 3. Na het feest van St. Maarten (11 november), krijgt de winter schone kaarten. 4. Blad aan de bomen met St. Martijn (11 november), dan… Lees verder 11 november

10 november

Oktober vijs, ( vies, onstuimig ), november, december ijs. 2. Zuidenwind op de dag vóór St. Martijn (11 november), ’t zal een zachte winter zijn. 3. Als de regen uit het Noorden komt, is het altijd motregen.   Maandspreuken november: 4. De wereld is moe, het jaar is oud. De vervaagde bladeren zijn blij om… Lees verder 10 november

9 november

Het weer is doorgaans nogal knap, en de zon geraakt dan in gevangenschap. 2. Onweer laat in het jaar, de vries is nog niet klaar. 3. Vertoont november zich met snee, ’t zal vruchtbaar zijn, ook voor ’t vee. 4. Hebben de wolken ’s morgens rode randen, dan is er altijd wind en regen voorhanden.… Lees verder 9 november

8 november

Want is november in de nevel, dan blijft het schoon, dat is de regel. 2. Houdt de tak het blad nu nog vast, dan wordt een strenge winter onze gast. 3. November heeft op de loer gelegen, en komt tevoorschijn met veel regen. 4. Staat in november het veld kaal, dan is het in de… Lees verder 8 november

7 november

November kan een maand zijn die met zacht weer ons zegent, en soms ook wel nat is, zonder dat het echt regent. 2. Slachtmaand in het land, de varkens schreeuwen dan moord en brand. 3. Sneeuw en hagel in november, regen en modder in december. 4. Een winter die vroeg komt, vertrekt ook vroeg. 5.… Lees verder 7 november

5 november

Rijp aan boom en plant, houdt geen drie dagen stand. 2. Volgt de eerste sneeuw op regen, dat houdt een harde winter tegen. 3. Elk voorjaar heeft zijn najaar. Maandspreuken november: 4. Geen schaduw, geen glans, geen vlinders, geen bijen, geen fruit, geen bloemen, geen bladeren, geen vogels – november! 5. Het dunste gele licht… Lees verder 5 november