11 maart

1. Een natte maart geeft veel lijnzaad. 2. Als het dondert op een kale maartse top, voeren de boeren de aren op. 3. Als maart geeft april weer, dan geeft april maarts weer. 4. Vandaag is het “Vrienden maak dag” (11 maart), dat komt goed uit, want de mens is een sociaal dier. 5. Maart… Lees verder 11 maart

10 maart

1. Komt men in maart onweer tegen, dan krijgt men in juli regen. 2. Dondert ’t in de maand maart, in mei dekt sneeuw de aard. 3. Zoals het weer de veertig martelaren (10 maart) vindt, zo blijft het veertig dagen met z’n wind. 4. Als de vorst de veertig martelaars (10 maart) brachten, dan… Lees verder 10 maart

9 maart

1. Maartse buien en aprilse grillen, die komen als ze willen. 2. Wil maart reeds donder, dan is sneeuw in mei geen wonder. 3. Maart speelt met zijn staart. 4. Maartse wind en aprilse regen, beloven voor mei grote zegen. 5. Maartse sneeuw, is mest op het vlasland. Maandspreuken maart: 6. Maart: Het motto: “Moed… Lees verder 9 maart

8 maart

1. Maarte, maarte, da’s een vuile taarte. 2. Donder in maart, sneeuw in mei. 3. Voor maart ziet de boer liever een wolf in het veld, dan een schaap. 4. Een droge maart is goud waard, als het in april maar regenen wil. 5. Maartse sneeuw, is mest op de akker. Maandspreuken maart: 6. Maart… Lees verder 8 maart

7 maart

1. Donder in het groene hout, geeft een zomer nat en koud. 2. Geeft maart al veel gedonder, dan is een witte Paas geen wonder. 3. Maartse buien, die beduien, dat de zomer aan komt kruien. 4. Maart roert zijn staart. 5. Een natte maart is niks waard. Maandspreuken maart: 6. Maart kan een beetje… Lees verder 7 maart

6 maart

Als maart is zacht in wil, verwacht men een koude april. 2. Is het in september donder, dan sneeuwt maart onder. 3.  Donder in maart, vorst in april. 4. Het is in ’t begin of op ’t end, dat maart ons zijn gaven schenkt. 5. Vochtige maart, de boeren smarten baart. Maandspreuken maart: 6. Dat… Lees verder 6 maart

5 maart

1. Zie je een pimpelmees in maart, dan is het geen ekster uiteraard. 2. Maart zonder bloemen, zonder Dauw, brengen ons op het eind in het nauwe. 3. Een droge maart, is een lente (of zomer) te paard, en zaait vruchten in de haard. 4. Regen op Sint Adriaan (5 maart), laat niets meer droog… Lees verder 5 maart

4 maart

1. Deze spreuk is nog niet verjaard; het vriest even vaak in mei als dat het vriest in maart. 2. De maand maart, heeft ’t venijn in de staart. 3. Februari met veel sneeuw, een droge maart, en een natte april, voorspellen een goed jaar. 4. Vriezende januari, natte februari, droge maart, regen in april, is… Lees verder 4 maart

3 maart

1. Als de R is in de maand, is het weer niet altijd meegaand. 2. Danst het lammetje in maart, april vat ’t bij zijn staart. 3. Nooit is maart zo goed, of het sneeuwt een hoed. 4. Maartse regen, brengt geen zegen. 5. Een lachende Cunegonde (3 maart), brengt de boodschap van het goede.… Lees verder 3 maart

2 maart

1.Zaai in maart niet te vroeg, er is tijd genoeg. 2. Koude in maart, dan lente te paard. 3. Droogte en veel stof in maart, is de boer heel wat waard. 4. Natte maart, veel gras. 5. Een inhoudende maart, is geld waard. 6. Maart gekheid brengt april droefheid. Maandspreuken maart: 7. In maart zou… Lees verder 2 maart