- St. Andreas (30 november) sta op en vrees.
2. Novembers laatste noot, vult altijd de sloot.
3. Novembers laatste noot, valt altijd in de sloot.
4. St. Andreas (30 november) brengt de vries, St. Elooi (1 december) brengt de dooi.
5. Met St. Andries (30 november) snee, doet het koren wee.
6. St. Andries (30 november) staat op met vries. Hij slaat niet af voor Lichtmisdag (2 februari).
7. Als St. Andries (30 november) onder sneeuw moet bukken, zal dat jaar geen koren lukken.
8. St. Andries (30 november), spörreke piep! Vandaag zie ik u nog, maar morgen niet. Door de sneeuw sneeuwt wel eens wat onder.
9. Als het met St. Andries (30 november) vriest van heb ik jou, met Lichtmis (2 februari) zitten de mensen nog in de kou.
