In november kom je tegen, harde wind en fikse regen. 2. November in de nevel, ’t blijft schoon, dat is de regel. 3. Dragen bomen lang hun blad, koude winter in het vat. Maandspreuken november: 4. In november wordt het stil op aarde. Hij maakt zijn bed op, een winterbed voor bloemen en kleine… Lees verder 18 november
Categorie: Weerspreuken
17 november
Late donder met zijn vuur, brengt veel granen in de schuur. 2. Vormt zich rijm bij volle maan, kondigt hij grote koude aan. 3. Als de eekhoorns aan het garen slaan, is het met de zomer gedaan. 4. Als ’t vriest in november, sneeuwt het in december. Maandspreuken november: 5. Wil je mij deze novemberdagen… Lees verder 17 november
16 november
Wanneer de spinnen nog vlijtig buiten weven, zullen we nog schoon weer beleven. 2. Brengt het najaar helder weer, het zal des winters stormen op het meer. 3. Is de hemel al te blauw, spoedig wordt hij dan weer grauw. Maandspreuken november: 4. Houd van de bomen totdat hun bladeren vallen en moedig ze dan… Lees verder 16 november
15 november
Als de bijen hun vluchtgat goed afsluiten, zal dat een koude winter beduiden. 2. Leopoldus (15 november) die goed weder vindt, blijft dat dagen goed gezind. 3. Zwaait de winter in november al met zijn staf, zijn rijk vindt snel zijn graf. Maandspreuken november: 4. November is de maand om ons eraan te herinneren dankbaar… Lees verder 15 november
14 november
Steekt er sterk de muggen, valt er vast en vlugge, regen op uw brugge. 2. Draagt de haas lang zijn zomerkleed, is de winter nog niet gereed. 3. Als de bomen voor de tweede keer bloeien, gaat de winter zich met ons tot mei bemoeien. Maandspreuken november: 4. In november staan de bomen allemaal met… Lees verder 14 november
13 november
Koe steert in de lucht, onweer in de lucht. 2. November warm en fijn, dan zal het een harde winter zijn. 3. Als in november ’t water stijgt, weet dat ge ’t in de winter nog vaker krijgt. Maandspreuken november: 4. April heeft nooit veel voor mij betekend, de herfst lijkt het beginseizoen, de lente.… Lees verder 13 november
12 november
Schijnt de herfstzon met zomerkracht, maakt veelal de winter zacht. 2. Het zal gaan druipen als de regenwormen kruipen. 3. Kruipen de muizen diep in de grond, maken zij een strenge winter kond. 4. St. Lieven (12 november) komt ons met vorst gerieven. Maandspreuken november: 5. De rivier ligt deze middag in november in een… Lees verder 12 november
11 november
Zo het loof niet valt voor St. Martijn (11 november), zo zal’t een harde winter zijn. 2. St. Martinus (11 november) warmte en regen, brengt het zaad geen grote zegen. 3. Na het feest van St. Maarten (11 november), krijgt de winter schone kaarten. 4. Blad aan de bomen met St. Martijn (11 november), dan… Lees verder 11 november
10 november
Oktober vijs, ( vies, onstuimig ), november, december ijs. 2. Zuidenwind op de dag vóór St. Martijn (11 november), ’t zal een zachte winter zijn. 3. Als de regen uit het Noorden komt, is het altijd motregen. Maandspreuken november: 4. De wereld is moe, het jaar is oud. De vervaagde bladeren zijn blij om… Lees verder 10 november
9 november
Het weer is doorgaans nogal knap, en de zon geraakt dan in gevangenschap. 2. Onweer laat in het jaar, de vries is nog niet klaar. 3. Vertoont november zich met snee, ’t zal vruchtbaar zijn, ook voor ’t vee. 4. Hebben de wolken ’s morgens rode randen, dan is er altijd wind en regen voorhanden.… Lees verder 9 november