21 oktober

Gelijk Ursela ( 21 okt. ) begint, zo de winter volindt ( zal zijn ). 2. Zoals het weer is met St. Ursela ( 21 okt. ), zo zal ook de winter wezen. 3. Zoals het met Ursula (21 okt.) is het weer, zo ook de winter ik beweer. 4. Gelijk Ursula (21 okt.) zingt,… Lees verder 21 oktober

14 oktober

1. Wordt men op Callistes ( 14 okt. ) een warme wind gewaar, dan wordt de zomer een twijfelaar. 2. Brengt oktober wind en kou, dan is januari lauw. Maandspreuken oktober: 3. Het leven begint opnieuw als het koud wordt in de herfst. 4. Bitterzoete oktober – de zachte, rommelige, bladverliezende, perfecte pauze tussen de… Lees verder 14 oktober

11 oktober

Volgen op St. Gommaris ( 11 okt. ) droge dagen, de zomer zal door veel nat misdragen. 2. Is oktober dan gekomen, blad vliegt van de bomen. 3. Volgen op Gommarus ( 11 okt. ) natte dagen, er volgt een zomer met veel nette dagen. 4. Treedt Gommarus ( 11 okt. ) met droogte in,… Lees verder 11 oktober

9 oktober

Regen met St. Denijs ( 9 okt.), voorspelt een natte winter en weinig ijs. 2. Tijdens de herfst gooien we altijd de beuk er in. 3. Goede Sint Denijs, geeft ons vuur en weinig ijs. Maandspreuken oktober: 4. Je verspilt geen oktoberzon. Al snel zou de oude herfstzon in wolkendekens neerdalen en er zouden weken… Lees verder 9 oktober

1 oktober

Oktober Dankt zijn naam aan het Latijnse “octo” (acht), omdat het oorspronkelijk de achtste maand was in de oude Romeinse kalender die begon in maart. Toen keizer Julius Caesar de kalender hervormde en januari en februari werden toegevoegd als de eerste twee maanden, verschoof oktober naar de tiende positie, maar behield zijn oorspronkelijke naam. Oorsprong… Lees verder 1 oktober