- Gelijk Ursela ( 21 okt. ) begint, zo de winter volindt ( zal zijn ).

2. Zoals het weer is met St. Ursela ( 21 okt. ), zo zal ook de winter wezen.

Maandspreuken oktober:
3. De populieren van oktober zijn brandende fakkels die de weg naar de winter verlichten.

4. Hoe het licht er in oktober in de perenbomen uitziet, zijn honderd gouden tranen, terwijl de hele boomgaard huilt.

5. De wind werd koud. De bladeren werden rood. De bast werd rood. De grond werd rood. De sterren werden rood. Er was iets mis met oktober.

6. Voor de mens is de herfst een tijd om te oogsten en te verzamelen. Voor de natuur is het een tijd om te zaaien en te verstrooien.

Sluit je ogen, adem de herfst in, glimlach.
