Juli
Achtergrondinformatie:
De Rooms Katholieke kerk staat bekend om de vele legenden en verhaaltjes over talloze ‘heiligen’. Dit is er een van:
Godelieve, afkomstig uit het slot Londesvoorde nabij Wierre-Effroy, in de buurt van Bonen (Boulogne), dochter van Hemfried, heer van Wierre-Effroy was uitgehuwelijkt aan Bertolf, zoon van de kasteelheer van Gistel, die haar nog op hun bruiloft verstootte. Godelieve werd, mede onder impuls van haar schoonmoeder, door haar schoonfamilie mishandeld, uitgehongerd en zelfs gekerkerd. Godelieve kon ontsnappen en nadat haar vader ermee gedreigd had om Bertolf en diens familie over te geven aan de autoriteiten, deden zij alsof zij tot een ander inzicht waren gekomen en keerde Godelieve terug, maar kort daarop werd zij gedood. Zij werd in een poel (put) geworpen, nadat zij door Lantbert en Hacca, twee knechten van Bertolf, was gewurgd met een halsdoek.
Edith, de dochter van Bertolf uit zijn tweede huwelijk, was blind geboren. Het kind werd genezen door de ogen te wassen met water uit de poel (put) waarin het lijk van de gewurgde Godelieve was geworpen. Vandaag staat op de plaats van de poel een waterput, in Abdij Ten Putte. Haar feestdag valt op 6 juli. Godelieve is de patrones van de kleermakers en de naaisters. Ze wordt aangeroepen tegen keelziekten en echtelijke ruzies. Ook mannen met een boze schoonmoeder wenden zich tot haar.
Achtergrondinformatie:
De Rooms Katholieke kerk staat bekend om de vele legenden en verhaaltjes over talloze ‘heiligen’. Dit is er een van:
Zevenbroedersdag of de zeven slapers van Efeze zijn martelaren uit een christelijke legende. Hun namen waren Maximianus, Malchus, Martinianus, Dionysius, Johannes, Serapion en Constantijn; ook wel Maximilianus, Jamblicus, Maertinianus, Dionysius, Johannes, Exacustodianus en Antoninus. Er zijn zelfs nog meer varianten.
De zeven broers werden in 251 vanwege hun geloof op bevel van de Romeinse keizer Decius in een grot bij Efeze (Turkije) ingemetseld. 196 jaar later, in 447, werd de grot toevallig geopend en men trof de gebroeders fris en vrolijk aan, maar nu voorzien van een aureool, alsof ze gestorven waren. Ze dachten zelf maar een nacht te hebben geslapen. Het gebied was inmiddels gekerstend en dus liet men ze vrij en verklaarde ze tot martelaar.
