11 januari

Is januari nat, leeg blijft dan het vat. 2. Als het in januari mistig is, dan wordt de lente fris. Maandspreuken januari: 3. Er zijn twee seizoensafleidingen die de beet van elke winter kunnen verzachten. Eén daarvan is de dooi in januari. De andere zijn de zaadcatalogi. 4. Je zou zo mager zijn dat het… Lees verder 11 januari

10 januari

Nevel in januari, geeft een nat vroeg jaar. 2. In januari veel regen en snee, doet bergen, dalen en bomen wee. 3. Als in januari de vorst niet komen wil, dan is zij er zeker in april. Maandspreuken januari: 4. Bleek january ligt dag na dag in zijn wieg. Dood of levend, moeilijk te zeggen.… Lees verder 10 januari

9 januari

  1. In januari veel regen, brengt de vruchten weinig zegen. 2. Als in januari de muggen zwermen, dan moogt gij in maart uw oren wermen. Maandspreuken januari: 3. Januari is de maandag der maanden. 4. Januari – de maand van lege zakken! 5. Een nieuw jaar is op zijn tenen binnengeslopen. Laten we opstaan… Lees verder 9 januari

8 januari

Als het gras groeit in januaar, groeit het slecht het hele jaar. 2. Geef januari een sneeuwtapijt, dan zijn we gauw de winter kwijt. Maandspreuken januari: 3. Ik hou van de Middellandse Zee vanwege het feit dat de winter binnen een minuut voorbij is en de amandelbloesem in januari arriveert. 4. De sparren ruw in… Lees verder 8 januari

7 januari

Januari zonder regen, is voor de boerenstand een zegen. 2. De eerste zeven dagen des jaars zijn lotdagen. Maandspreuken januari: 3. Januari is onder andere een zeer krachtige maand. De reden is dat alles begint en soms ook eindigt. 4. Het is januari, met ogen die helder gloeien, een krijger in de kou die over… Lees verder 7 januari

6 januari

Zoals de wind op Driekoningen (6 januari) staat, staat hij bijna het hele jaar. 2. Driekoningen (6 januari) maken de brug, of breken de brug. 3. De Driekoningen (6 januari) doen de dagen lengen, en de nachten strengen. 4. Als ’t Driekoningen (6 januari) is in het land, stapt de vorst in het Vaderland. 5.… Lees verder 6 januari

5 januari

Geeft januari een sneeuwtapijt, dan zijn we de winter snel kwijt. 2. Draagt januari een sneeuwwit kleed, wordt de zomer zeer heet. 3. De vorst van kou en ijs die houdt van looien. Hij heeft zijn hermelijnen vacht op het veld en weg gespreid. Zo toont hij mens en land zijn macht, hij zal nog… Lees verder 5 januari

4 januari

Vriest het in de elfde nacht, zes weken vorst wordt er dan verwacht. (De elfde nacht na Kerstmis). 2. De dagen van Nieuwjaar tot Dertiendag zijn gelingd, binst dat ’n hond over ’n richel springt. 3. Als de dagen lengen, begint de winter te strengen. 4. Januari zonder sneeuw maar met veel regen, brengt de… Lees verder 4 januari

3 januari

Als de muggen in januari dansen, dan wordt de boer bedelaar. 2. De eerste dagen altegaar, bepalen de rest van het gaar. 3. Als de kat in januari in de zon ligt, ligt ze in februari achter de kachel. Maandspreuken januari: 4. Januari is de maand om te dromen. 5. Ik vind het leuk om… Lees verder 3 januari

2 januari

Als ik januari was, deed ik de ketel boven het vuur bevriezen. 2. Zoals het weer met Sint Markaar (2 januari), zo wordt september duf en klaar. 3. Wie op St. Genoveva (2 januari) snoeit, zijn boomgaard overmatig bloeit. Maandspreuken januari: 4. In januari wordt vooruitgekeken naar het nieuwe jaar en terug naar het oude… Lees verder 2 januari