- Onweer in mei, is vruchtbaar getij.

2. Is het koel maar niet te nat in mei, dan is het hooiboerke blij.

3. Meiregen, geldregen.

4. Het weer wat koel en ‘n buitje erbij, dat maakt in de mei de landman blij.

Maandspreuken mei:
5. Ik zing van beekjes, van bloesems, vogels en prieeltjes. Van april, mei of juni en juli bloemen.

6. Oh, het was een vrolijke, blije dag toen de April Dwaas de Koningin van Mei ontmoette. Ze had guitige ogen en goudblond haar, en ze waren een ondeugend stel.

7. Maand mei, iedereen is verliefd, en de stad werd van bovenaf gestuurd, en net toen ik wist wat ik wilde zeggen, blies de gewelddadige wind de draden weg.
