1. Mist in maart, is water of vorst in mei.

2. Maart droog, mei nat, veel hooi en zaad zat.

3. Stof in maart is goud waard.

4. De maartse maan, brengt kwaad weer aan. ( Vlaams ).

Maandspreuken maart:
5. Maart is een tomboy met warrig haar, een ondeugende glimlach, modder op haar schoenen en een lach in haar stem.

6. Maart brak die winter aan als de meest zachtmoedige en zachtaardige lammeren, met dagen die fris en goudkleurig en tintelend waren, elk gevolgd door een ijzige roze schemering die geleidelijk opging in een elfenland van maneschijn.

7. Zoveel mist in maart, zoveel vorst in mei.
8. Een droge maart en een natte mei vullen schuren en kelders met maïs en hooi.