1. Maart houdt de ploeg bij de staart, april houdt ze weer stil.

2. Een droge maart en natte april, is alle boeren schuren vol.

3. Muggendans in maart, voorspelt sterfte onder de schapen.

4. Maartse regen, brengt zomerzegen.

Maandspreuken maart:
5. Maartwinden en aprilbuien brengen meibloemen voort.

6. Een perfecte lentedag! Geniet ervan zolang het duurt, want je weet niet wat er gaat komen.
7. Het was de tweede week van maart. De magnoliabomen stonden al in bloei en overal in de tuinen van het klooster schoten tulpen, narcissen en wilde bloemen omhoog.
8. Mijn verjaardag is in maart, en dat jaar viel het tijdens een bijzonder heldere lenteweek, levendig en helder in de smalle woonstraten waar we slechts een handvol blokken ten zuiden van zonsondergang woonden. De nachtbloeiende jasmijn die langs de poort van onze buurt omhoog kroop, verspreidde zijn bedwelmende geur in de schemering, en in het noorden rolden de heuvels charmant over de horizon, huizen verscholen in het bruin.