Juli broeierige dagen, wordt gevolgd door donderslagen. 2. Juli altijd zonneschijn, dan krijgen we gouden wijn. 3. Wil september vruchten dragen, dan in juli hitte om te klagen. 4. Als het regent op de heilige Zevenslaper, regent het tot zeven dagen later. 5. Naar de Zevenslapers richten zich zeven dagen en zeven weken.
Categorie: Weerspreuken
10 juli
Regent het op de Zevenbroedersdag ( 10 juli ), dan het nog 7 weken regenen mag. 2. Met Sint Amelberga ( 10 juli ) gaat de honingdeur open. 3. Wanneer de Zevenbroeders schoon weer breken, blijft het onbestendig weer zeven weken. Maandspreuken juli: 4. De linde, in de vurigheid van juli, zoemt met een luider… Lees verder 10 juli
19 juli
Wisselen in juli regen en zonneschijn, het zal het naaste jaar voor de boeren kermis zijn. Maandspreuken juli: 2. Als Kerstmis in juli valt, serveer ik vaak pruimenpuddingtaart met hete koffie of thee of chai, terwijl de airconditioning hoog staat. 3. Niemand zal er in juli iets om geven als je in maart een wedstrijd… Lees verder 19 juli
3 juli
Juli zonnebrand wenst de man op ’t land. 2. Brengt juli hete gloed, zo gedijt september goed. 3. Juli helder en klaar, heet altijd een goed jaar. Maandspreuken juli: 4. Eenendertig dagen juli kunnen een enorm verschil maken in het leven. U hoeft zich alleen maar te concentreren! 5. Als u de zevende maand van… Lees verder 3 juli
6 juli
Als het op St. Godelieve (6 juli) regent, vult zij haar putje 40 dagen met regen. 2. Als het op Godelieve ( 6 juli ) regent, zal het 6 weken lang duren. 3. Juli louter zonneschijn, dan krijgen we zeker gouden wijn. 4. Reagen op Sint Godelieve, zal o’w zes weken gerieve! 5. Regen op… Lees verder 6 juli
31 januari
Groeide in januari het gras, nooit de zomer goed en was. 2. Geeft januari ons géén wintervlagen, dan zal februari ons daarmee plagen. 3. Fijne pels aan het wild, dan blijft de winter mild. 4. Wast het gras wel in januaar, voelt men ’t ganse jaar.
29 januari
Beter een dief op zolder, dan mooi weer in januari. 2. Valt in januari de sneeuw heel dik, dan is bin ’t hooien de boer in zijn schik. 3. Als het in januari dondert, wees voor ziekten niet verwonderd. 4. Geeft St. Sulpitius (29 januari) schoon ijs, dan is de lente goed en wijs.
28 januari
In de Louwmaand mag het vriezen, de stenen uit de grond. De boer zal niet kniezen, maar vindt dat heel gezond. 2. Eind januari sterke vorst, ’s Zomers noch honger noch dorst. 3. Sneeuw met donder in januaar, voelt men gans het jaar. 4. Als het in de vorstmaand mistig is, wordt de lentemaand heel… Lees verder 28 januari
26 januari
Geeft januari sneeuw en vorst, vaak de boeren veel granen dorst. 2. In de Louwmaand mist, dan de Lentemaand fris. 3. Sneeuw op slik, geeft binnen drie dagen ijs, dun of dik.
25 januari
St. Paulus (25 januari) bekering klaar, doet hopen op een heel jaar. 2. Is St. Paulus klaar, dan wacht een heel goed jaar. 3. De wind die op St. Paulus (25 januari) heerst, zal gans het jaar waaien. 4. St. Paulus (25 januari) schoon en klaar, brengt een gezegend korenjaar, komt er sneeuw of regen,… Lees verder 25 januari