- Maakt St. Antoon (17 januari) de brok, St. Sebastiaan (20 januari) slaat ze stuk.

2. St. Sebastiaan (20 januari) doet het sap in de bomen gaan.

3. Sint Sebastiaan (20 januari), die ’t were maakt, doet het vriezen dat het kraakt.

4. St. Bastje (20 januari) is een hard gastje.

5. Met St. Sebastiaan (20 januari) komt de winter aan, of hij is gedaan.

6. Sebastiaan (20 januari) was geen kniezer, maar blijft een grote vriezer.

7. Met St. Sebastiaan (20 januari) komen de harde koppen aan.

8. In januari muggendans, op vorst in de meimaand nog kans.

9. St. Fabiaan (20 januari) en St. Sebastiaan (20 januari) doen het sap in de bomen gaan.
