- Sneeuw op het slijk, met drie dagen een harde dijk.

2. Als het vriest in november, dan volgt er sneeuw in december.

3. November heeft maar 30 dagen, maar dubbel wind en regenvlagen.

Maandspreuken november:
4. Het is ook november. De middagen zijn laconieker en de zonsondergangen strenger, en de lichten van Gibraltar maken het dorp vreemd.

5. November kwam brullend binnen met windstoten en nog natter weer. Mandy’s depressie zou niet verdwijnen. Haar tuin leek ook verdrietig. Het was nu vrijwel leeg, en de weinige dappere bloemen die er nog waren, waren platgedrukt door de regen, hun gele stengels strekten zich alle kanten op. De meeste bomen waren kaal en in het bos lag een nat tapijt van bladeren.

6. November is de elfde twaalfde van vermoeidheid.

7. Elk jaar, in november, in het seizoen dat volgt op het uur van de doden, de bekronende en majestueuze uren van de herfst, ga ik de chrysanten bezoeken. Het zijn inderdaad de meest universele, de meest uiteenlopende bloemen.

8. Het was een koude novemberdag en ze had zich in lagen vesten gekleed en de hele boel bedekt met haar oude tweedjas, die ze waarschijnlijk had gebruikt om de kippen te voeren.
