- Een droge maart en natte april, is alle boeren schuren vol.

2. Nooit aprilletje zo zoet, of het sneeuwt de scheper op zijn hoed.

3. Een droge maart en natte april, dan doet de landman wat hij wil.

4. Aprilleke zoet, geeft graag wel eens een witte hoed.

5. Zoete aprilbuien maken meibloemen in de lente.

6. Mannen zijn april als ze het hof maken, december als ze trouwen. Dienstmeisjes zijn May als ze dienstmeisjes zijn, maar de lucht verandert als ze echtgenotes zijn.
