- Gaan de mieren al aan het garen, in de tweede maand van het jare. Zeker moogt ge vast verwachten, late vorst en koude nachten.

2. Gaan de mieren aan het garen, wacht u vorst en koude nachten.

3. Op Sint Geertruid (12 februari), komt de warmte de grond uit.

Maandspreuken februari:
4. Ik probeerde te bepalen wat de slechtste maand van het jaar was. In de winter zou ik februari kiezen. De reden dat God februari een paar dagen kort maakte, was omdat hij wist dat tegen de tijd dat mensen aan het einde kwamen, ze zouden sterven als ze nog een verdomde dag moesten doorstaan.
5. Het koude en besneeuwde februari lijkt traag en lastig, heel lastig. Toch kan een maand die door Cupido blij is gemaakt, nooit helemaal stom zijn.
6. Februari kwam zo: Ze marcheerde met haar vriendin April. Moge jullie er nooit zo uitzien juni en juli, oh mama.
7. Februari, wanneer de winterdagen eindeloos lijken en geen enkele weemoedige herinnering de zomerse sfeer terug kan brengen.