1. In januari veel regen, brengt de vruchten weinig zegen.

2. Als in januari de muggen zwermen, dan moogt gij in maart uw oren wermen.

Maandspreuken januari:
3. Januari is de maandag der maanden.
4. Januari – de maand van lege zakken!
5. Een nieuw jaar is op zijn tenen binnengeslopen. Laten we opstaan om het tegemoet te treden.
6. Als de vogels in januari beginnen te zingen, zal er vorst komen.
7. Januaribloesems vullen niemands kelder.