- Met Lichtmis (2 februari) valt de sneeuw op een warme steen. (De sneeuw blijft niet lang liggen).

2. Lichtmis (2 februari) klaar, goed roggejaar.

3. Drupt er met Lichtmis (2 februari) de hagendoorn, dan is het een goed jaar voor het koorn.

4. Brengt Lichtmis (2 februari) wolken en regen mee, is de winter voorbij en komt niet meer.

5. Schijnt de zon met Lichtmis (2 februari) fel, komt vaak vorst nog streng en hel.

6. Als er te Lichtmis (2 februari) druppeltjes aan de doornhagen hangen, is ’t schoon vlas te wegen.

7. Als met Lichtmis (2 februari) de zon schijnt op de toren, krijgt men nog zoveel sneeuw als tevoren.

8. Als op Lichtmis (2 februari) de zon schijnt door het hout, dan is het nog wel zes weken koud.

9. Als met Lichtmis (2 februari) de zon door de boomgaard schijnt, zal het een goed appeljaar zijn.

10. Als met Lichtmis (2 februari) de zon op het misboek schijnt, is het een teken dat de winter verdwijnt.

11. Op lichtmis (2 februari) ziet een boer liever een wolf in zijn stal dan de zon.

12. Lichtmis (2 februari) vroeg de zon aan de toren, dan gaat al het vlas verloren.

13. Lichtmis (2 februari) helder en rein, het zal een lange winter zijn.

14. Lichtmis (2 februari) helder en klaar, twee winters in een jaar.

15. Met Maria Lichtmis (2 februari) warme zonneschijn, er zal meer sneeuw, ijs en vorst dan van te voren zijn.

16. Lichtmis (2 februari) donker, asdag (17 februari) klaar, geeft een vruchtbaar jaar.

17. Geeft Lichtmis (2 februari) zonneschijn, dan zal het later winter zijn.

18. Als met Lichtmis (2 februari) de zon brandt, komt er schaarste in het land.

19. Geeft Lichtmis (2 februari) klaverblad, met Pasen sneeuw op het pad.

20. Na de Lichtmis (2 februari) zijn de dagen zover gelingd, als een haan over een karrenspoor springt.

21. Als met Lichtmis (2 februari) de doornboom lekt, dan drinken de vetweiders wijn (Vetweiders zijn veefokkers. Als zij het goed hebben, drinken ze na de slacht wijn).

22. Als de zon met Lichtmis (2 februari) op de toren schijnt, wordt het een goed bijenjaar.

23. Als met Lichtmis (2 februari) de kaarsjes door de sneeuw lopen, gaan de koeikes vroeg naar de wei.

24. Brengt Vrouwe Lichtmis (2 februari) sneeuw en wind, weldra de lente begint, maar brengt zij klaarte mee, komt de lente niet gedwee.

25. Als het op Lichtmis (2 februari) stormt en de sneeuw komt vallen, dan wacht de tijd niet een lentelied te schallen.

26. Hebt voor het weder goede moed, als het op Lichtmis (2 februari) stormt en woedt.

27. Storm en sneeuw met Lichtmis (2 februari), komt de lente vroeg gewis, blijft het echter heldere lucht, dan is de lente weggevlucht.

28. Woedt op Lichtmis (2 februari) sneeuw en wind, de lente komt gezwind, maar is het weder schoon en klaar, dan is de lente niet zo naar.

29. Als met lichtmis (2 februari) de doornhagen likken, dan zullen de karren kwikken (Karren zullen de oogst met moeite kunnen dragen, een goede oogst verwacht).

30. Als met Lichtmis (2 februari) de zon schijnt op het altaar, wordt het een goed bijenjaar.

31. Maria Lichtmis (2 februari) schoon en klaar, geeft een goed bijenjaar.

32. Lichtmis (2 februari) donker en nat, vult de boer zijn vat.

33. Met Maria Lichtmis (2 februari) triestig weer, is goed voor boer en heer.

34. Lichtmis (2 februari) donker met regen en slijk, maakt alle boeren rijk.

35. Lichtmis (2 februari) donker, maakt de boeren pronker.

36. Lichtmis (2 februari) klaar en hel, zo is de boer een arme gezel.

37. Es mit Leechmis (2 februari) de zon op de keertse sjient, dan mot de sjé-eper de oérte bewaren.

38. Als ’t met Lichtmis (2 februari) waait en stormt, is de lente dra gevormd, maar blijft het weder klaar en hel, dan komt het voorjaar niet zo snel.

39. Met Lichtmis (2 februari) klimt de leeuwerik op de horst.

40. Met Lichtmis (2 februari) klimt de leeuwerik een ploegstaart hoog.

41. Voor Lichtmis (2 februari) leeuwerikgezang, duurt niet lang.

42. Soo veel daggen als den leeuwerick voor Vrouw Lichtmis (2 februari) singht, swijght hij daernae.

43. Zolang de leeuwerik voor Lichtmis (2 februari) zingt, zolang na Lichtmis zijn lied niet klinkt.

44. Zont de das zich op Lichtmis (2 februari) dol, hij kruipt vier weken weer in z’n hol.

45. Schijnt de zon op Lichtmisdag (2 februari), nog meer ijs dan er al lag.

46. Schijnt met lichtmis (2 februari) de zonne heet, dan komt er nog veel sneeuw en leed.

47. Lichtmis (2 februari) helder en klaar, er komt nog veel sneeuw voorwaar.

48. Als de zon met Lichtmis (2 februari) op de kaarsen schijnt, dan mogen de boeren gerust wel klagen.

49. Maria Lichtmis (2 februari), zo zij kerkgang doet met helder zonneschijn, ’t zal vriezen en nog kouder als tevoren zijn.

50. Als met Lichtmis (2 februari) de zon schijnt, gaat de vos nog zes weken naar zijn hol terug.

51. Met Lichtmis (2 februari) doet de metselaar één oog open, ziet hij zonneschijn, hij doet dat ene oog weer dicht.

52. Als Lichtmis (2 februari) komt met blommen, zal Pasen met sneeuw en ijs kommen.

53. Schijnt de zon met Lichtmis (2 februari) …er komt meer ijs dan er reeds lag.

54. Leechmis (2 februari) klaar en helder, sjin den boer de velder.

55. Lichtmis (2 februari) helder, de boer in de kelder.

56. Lichtmis (2 februari) helder en klaar, maakt de boer tot bedelaar.

57. Lichtmis (2 februari) donker, maakt de boer tot jonker.

58. Als de Lichtmiskeersen door de sneeuw gaan, gaan de koeikens vroeg naar de wei.
59. Als met Lichtmis ( 2 februari ) de zon door de kaarsen schijnt, boerkes bewaart uw hooitas wel.
60. Als met Lichtmis (2 februari) de zon op ’t altaar schijnt, moet de scheper zijn orten bewaren.
61. Als met Lichtmis (2 februari) ’t zonneke brandt, komt er schaarste in het land.
62. Als op Lichtmis ( 2 februari ) de zon op de kaarsen schijnt, dan mogen de boeren wel klagen.
63. Als met Lichtmis ( 2 februari ) de zon schijnt op Gods altaar, dan is ’t een goed bijenjaar.
64. Met Lichtmis ( 2 februari ) in klaver, Pasen in sneeuw.
65. Lichtmis ( 2 februari ) klaar en rein, het zal een lange winter zijn.
66. Schijnt op Lichtmisdag ( 2 februari ) onder de mis de zon over het misboek, dan heeft men nog meer winterweer te vrezen.
67. Zoveel dagen de leeuwerik voor Maria lichtmis ( 2 februari ) zingt,zoveel dagen zwijgt hij daarna.