- St. Urbanis (25 mei) in de zon, wijn in de ton.

2. Schijnt de zon St. Urbaan (25 mei), dan wordt de wijnstok zwaar belaân.

3. Regent het op St. Urbijn (25 mei), zo is er weinig wijn.

4. Zonnig in Urbanustijd (25 mei), zorgt voor een goede kwaliteit.

5. Sente Urbaendach (25 mei) gaet de lentin uut, dan komt die somer met syne virtuut, dat weder beghint te wesen schone, de sonne warm an den trone.

(Seizoenen waren in de Middeleeuwen veel onduidelijker gedefinieerd dan tegenwoordig. Gebruikelijk was dat de zomer op 25 mei begon).
Maandspreuken mei:
6. Terwijl hij vanuit het purperende oosten vertrekt. De ster die de dageraad leidde, de opgewekte flora vanaf haar bed komt, want mei staat op het gazon.

7. Proza en drama zijn goed genoeg voor de winter, maar wanneer de natuur de lieve knoppen van mei doet opzwellen, hunkert mijn geest naar drie dingen: poëzie, schilderen en liefde.

8. Ja, het is mei! Maar niet omdat het jonge blad zijn fluweel uit de schede duwt, dat de hardnekkigste twijgen beginnen te ontluiken, leeuweriken die in de lucht reageren op de zachte fluit van de merel, noch omdat gezang en zonneschijn en geuren van het leven vermengd zijn, net als wijnen in een kopje .
