- Is er met St. Servaas (13 mei) geen rijm te zien, dan zal Bonifaas (14 mei) geen sneeuw ons biên.

2. Servaas (13 mei) moet verlopen zijn, voor de nachtvorst goed wel verdwijnt.

3. Pancraas (12 mei), Servaas (13 mei) en Bonifaas (14 mei), geven ijs en vorst helaas.

4. Voor de nachtvorst zijt ge niet beschermd, totdat Servatius (13 mei) zich over u ontfermt.

5. Vóor Servaas (13 mei) is men niet behoed voor nachtelijk vorst.

6. Voor Servaas (13 mei) geen zomer, na Servaas geen winter.

7. Geen rijmken na Servaas (13 mei), geen vloksken na Bonifaas (14 mei).

8. St. Servaas (13 mei), de grote bisschop van Maastricht, op wiens graf men nooit sneeuw zag. (Na 13 mei geen sneeuw meer).

9. Wie zijn schaap scheert voor St. Servaas (13 mei), houdt meer van wol dan van het schaap.
