- Met maartse sneeuw de was gedaan, alle vlekken naar de maan.

2. Zoveel nevels in maart, zoveel onweders in de zomer.

3. Maarte, maarte, wat hebt ge een vuile staarte.

4. Sinte Mathilde (14 maart) komt uit drie hoeken, met hagelstenen bakt zij koeken.

5. De eerste donder bromt, als Sint Mathilde (14 maart) komt.

6. Eén zwaluw maakt nog geen zomer, maar één wig ganzen, die de mist van de maartse dooi doorklieft, is de lente.

7. Je kunt alle bloemen plukken, maar je kunt de lente niet tegenhouden.

8. De geboortebloem van maart is de narcis. Het is maar al te toepasselijk dat vrolijke gele bloemen de eerste maand van de lente vertegenwoordigen.