1. Autoruiten nu nog steeds bevroren, dat geeft straks veel koren.

2. Zuiverend en bijzonder vruchtbaar, is in de maart de donder.

3. Is het weer op Sint Gregorius 12 maart) dol, dan kruipt de vos al reeds uit zijn hol. Is het mooi en zonder vlagen, schuilt hij nog veertig dagen.

4. Zo de wind staat op Sint Gregorius(12 maart), staat hij nog veertien dagen.

5. Zoveel nevels in maart zich tonen, net zoveel onweer de zomer zal lonen.

6. Ons leven is maarts weer, woest en sereen in een uur.